Lavendel

Lavendel is een geslacht uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). De plant staat bekend om zijn kenmerkende geur en rustgevende werking. De lavendel is winterhard en gedijt goed in gematigde klimaten zoals het Middellands Zeegebied, de kleurrijke paarse plant is nauw verwant aan kruiden als basilicum, oregano, rozemarijn, tijm en salie. Van de bloemen wordt lavendelolie gemaakt welke vaak wordt gebruikt voor zeep, cosmetica en aromatherapie. De lavendel kan ook gebruikt worden als ingrediënt voor heerlijke gerechten en heeft ook nog eens een geneeskrachtige werking
 

Geschiedenis:

In het oude Egypte was de lavendelplant al zeer populair, zij gebruikten het in parfums, exportproduct maar ook bij ceremoniële begrafenissen van farao’s. De Grieken en Romeinen gebruikten het als badkruid, maar het kruid bleek ook effectief voor het weren van insecten en werd zelfs gebruikt tegen hoofdluis. In de middeleeuwen dacht men dat lavendel beschermde tegen de pest. In Engeland werd het in de 19e eeuw zeer populair bij de behandeling van hartkloppingen, spijsverteringsstoornissen, nervositeit en het stimuleren van hartstocht. In de Tweede Wereldoorlog werd het gebruikt bij oorlogswoorden. In de natuurgeneeskunde wordt het kruid gebruikt voor kalmering van het zenuwstelsel en bij kwalen als migraine en epilepsie. Lavendel heeft een antibacteriële werking en kan ook een ondersteunende werking hebben op maag- en darmklachten.

Mogelijke bijwerkingen: Over het algemeen wordt het gebruik van lavendel zowel inwendig als uitwendig goed verdragen, echter kan het bij sommige mensen obstipatie, misselijkheid en oprispingen veroorzaken. Bij uitwendige toepassingen kan huidirritatie optreden.